Gemeente van Christus, 

‘de steppe zal juichen!’ Het mooie van de feestelijke woorden van Jesaja 35 is dat deze tekst, die ooit zal zijn ontstaan tegen de concrete achtergrond van vervreemding en ballingschap en een vurig verlangen van terugkeer naar het beloofde land, tegelijk een geestelijk geladen profetie is, met een tijdloos karakter die ook aan ons leven raakt. Immers, ooit zaten de ballingen ontworteld en verslagen aan de rivieren van Babel, ergens in het huidige Irak, tussen de Eufraat en de Tigris, in Mesopotamië. Maar dat hele verhaal van verdriet is voor Israël geworden tot een opstandingsverhaal, een vreugdevol bezingen van Gods machtige hand die mensen kan verlossen en op weg kan leiden, ja die voor zijn volk, letterlijk en geestelijk, een weg baant in de woestijn. Die eeuwige betekenis heeft de oorspronkelijke achtergrond overstegen. Het werkwoord voor terugkeren dat in vers 10 wordt gebruikt, zou je ook kunnen vertalen met omkeren, of zelfs bekeren. 

Wie door de Heer bevrijd zijn, keren terug. 
Jubelend komen zij naar Sion, 
gekroond met eeuwige vreugde. 
Gejuich en vreugde trekken de stad binnen, 
gejammer en verdriet vluchten er uit weg.

Kortom, door de eeuwen heen, hebben mensen die wisten van verdriet omdat zij getroffen waren door een groot verlies, bemoediging en vernieuwde vreugde gevonden in deze woorden. Het lijkt wel of de profeet zelf, terwijl hij in de eerste plaats ooit letterlijk voor de Joodse ballingen van zijn eigen tijd zal hebben geschreven, in zijn vreugde om hun bevrijding, zijn vreugde over alle bevrijding van onrecht in alle tijden heeft verklankt. 

Lees meer>>