Gemeente van Jezus Christus,

De tuin bij ons huis grenst aan een sloot. In die sloot valt er heel wat te zien. Graag kijk ik naar de meerkoetjes die er wonen, onze directe buren dus.

In het vroege voorjaar begint de bedrijvigheid van het bouwen van een nest, meestal aan de oever van de sloot. Het meerkoetenpaar werkt daarbij goed samen. De één komt aanzwemmen met een riethalm of tak of waterplant en geeft het aan. De ander, staande in het beginnende nest pakt het over en stopt het in het bouwwerk. Na ruim twintig dagen broeden komen de eieren uit en zie je vader en moeder meerkoet opeens rondzwemmen met een heel stel kleintjes. De jongen, met hun donzige rode kopjes, piepen luidkeels en onafgebroken om eten, de ouders stoppen ze eerst van alles toe, waterplanten en waterinsecten, later leren de kleintjes zelf hun eten op te duikelen. Dit is een enorm spannende periode, want de kleine meerkoetjes zijn een gewilde prooi voor snoeken en reigers. Voor meeuwen ook, maar die hebben we niet in Hoogland. Als van een nest maar één enkel jong overleeft, of helemaal geen, beginnen de meerkoeten aan een nieuwe leg. Dat kan zich herhalen tot ver in de zomer!

Vorig jaar werd door een voorjaarsstorm het nest van de meerkoeten volledig verwoest, toen de jongen nog maar net uit hun eieren waren gekropen. De ene meerkoetouder hield de pasgeboren kleintjes beschermend bij elkaar aan de oever van de sloot, de ander bouwde in zijn of haar eentje binnen een dag een heel nieuw nest! Wat een prestatie!

Kijk naar de vogels! Wat een vertederend en bewonderenswaardig schouwspel geven ze ons te zien.     

Lees meer>>